Je vindt dat je altijd alles goed moet doen.        

 

Je bent enorm kritisch naar jezelf en anderen.        

 

Je legt de lat hoog voor jezelf. Het kan immers altijd beter.        

 

Je merkt fouten sneller op dan anderen.        

 

Als je niet succesvol over de lat heen bent gesproken dan heb je naar jou gevoel gefaald.        

 

Je focus ligt vooral op het eindresultaat.        

 

Je vindt het heel onprettig als iets niet lukt of mislukt. Alles wat je doet moet altijd goed gaan.        

 

Je doet veel dingen liever zelf zodat je zeker weet dat het goed gebeurt.        

 

Je inzet is veel hoger dan die van je collega’s.        

 

Je vindt het moeilijk te bepalen wat prioriteit heeft en wat minder aandacht nodig heeft.        

 

Je begint pas ergens aan als je zeker weet dat je het tot een goed einde zal brengen. Liever geen resultaat dan een imperfect resultaat.        

 

Je bent gevoelig voor fouten. Als je een fout hebt gemaakt, baal je er enorm van. Zeker als je een fout hebt gemaakt die je had kunnen voorkomen.        

 

Je vindt het prettig als de dingen lopen zoals jij het bedacht had en raakt geïrriteerd als zaken niet lopen zoals jij wenst.        

 

Je blijft er voor je gevoel eeuwig in hangen als je iets niet goed hebt gedaan.        

 

Je focust je op kleine fouten en imperfecties om ze vervolgens te verbeteren.        

 

Je hebt moeite met deadlines omdat jij het gevoel hebt dat je werk nooit af is.        

 

Je hebt een groot verantwoordelijkheidsgevoel en gaat daarin tot het uiterste.        

 

Er moet altijd nog een hoop gebeuren. Je vraagt anderen niet graag om hulp want je probeert het liefst alles zelf op te lossen.        

 

Je hebt de neiging om veel tijd te stoppen in een goede voorbereiding van zaken.        

 

Je controleert je geschreven berichten een aantal keer op fouten voordat je ze verstuurt.        

 

Je kunt eindeloos twijfelen en analyseren voor je een keuze maakt. Want je wil zeker weten dat je de juiste keuze hebt gemaakt.        

 

Je vindt het prettig als anderen je compliment geven over je goede werk.        

 

Je vindt het belangrijk dat anderen een positief oordeel over je hebben.        

 

Je ziet eerder wat er mis is dan wat er goed gaat.        

 

Je bent enorm snel in alles wat je doet.        

 

Je wilt anderen soms wel vooruitduwen.        

 

Je spant je altijd maximaal voor alles in.        

 

Je hebt kritiek op jezelf.        

 

Je voelt je schuldig als je “nee” zegt.        

 

Je vindt het moeilijk om je te ontspannen.